A list of the 30 most commonly used phrases in Dutch with English translations and examples.
🗣️ Goede dag! (Good day!)
🗣️ Ja, ik wil graag een kopje koffie. (Yes, I would like a cup of coffee.)
🗣️ Zij werkt in een restaurant. (She works in a restaurant.)
🗣️ Haar jas is rood. (Her coat is red.)
🗣️ Dit is ons huis. (This is our house.)
🗣️ Ik ben nu thuis. (I am home now.)
🗣️ Hallo, hoe gaat het met je? (Hello, how are you doing?)
🗣️ Jullie zijn mijn vrienden. (You are my friends.)
🗣️ Dit is mijn auto. (This is my car.)
🗣️ Hun kinderen zijn lief. (Their children are sweet.)
🗣️ Ik drink altijd koffie in de ochtend. (I always drink coffee in the morning.)
🗣️ Hij is mijn vriend. (He is my friend.)
🗣️ We gaan naar de bioscoop. (We're going to the movies.)
🗣️ Jullie auto's zijn mooi. (Your cars are beautiful.)
🗣️ Ik wil ook een stukje taart. (I want a piece of cake too.)
🗣️ Ik ga soms naar de sportschool. (I sometimes go to the gym.)
🗣️ Ik zie mijn vriend daar. (I see my friend over there.)
🗣️ Het gaat goed met mij. (I'm doing well.)
🗣️ Ik ben moe. (I am tired.)
🗣️ Waar ga jij naartoe? (Where are you going?)
🗣️ Zijn boek is interessant. (His book is interesting.)
🗣️ Ik ben niet moe. (I am not tired.)
🗣️ Misschien gaan we naar de film vanavond. (Maybe we'll go to the movies tonight.)
🗣️ Ik ben hier al een uur. (I've been here for an hour already.)
🗣️ Wanneer begint de film? (When does the movie start?)
🗣️ Hoe gaat het met je? (How are you doing?)
🗣️ Nee, bedankt. (No, thank you.)
🗣️ Zij zijn mijn buren. (They are myneighbors.)
🗣️ Is dit jouw huis? (Is this your house?)
🗣️ Wil je koffie? Ja, graag. Of nee, toch liever thee. Welke wil je? (Do you want coffee? Yes, please. Or no, I prefer tea after all. Which one do you want?)
🗣️ Waar is de supermarkt? (Where is the supermarket?)
Learn with glot
You didn't try learning this list of vocabulary yet.
Thanks for visiting and have the bestest day! 👋
Copyrights by Borkowski Consulting Ltd 2023