30 Most Essential Phrases in Dutch That You Need to Know

A list of 30 common Dutch phrases with English translations and examples.


29 words in this list

Dankjewel (dahnk-yuh-vel) Thank you

🗣️ Dankjewel voor je hulp (Thank you for your help)

Tot straks (toht strahks) See you later

🗣️ Tot straks, ik zie je later (See you later, I'll see you later)

Tot ziens (toht zeens) Goodbye

🗣️ Tot ziens, bedankt voor alles (Goodbye, thanks for everything)

Waar is de wc? (vaar is duh way-say?) Where is the restroom?

🗣️ Waar is de wc? Daar rechts. (Where is the restroom?There on the right.)

Ik ben te laat (ik ben tuh laht) I'm late

🗣️ Ik ben te laat, sorry (I'm late, sorry)

Alsjeblieft (ahl-syuh-bleeft) Please/Here you go

🗣️ Alsjeblieft, hier is je boek (Here you go, here is your book)

Ja (yah) Yes

🗣️ Ja, ik wil graag een kopje thee (Yes, I would like a cup of tea)

Sorry (soh-ree) Sorry

🗣️ Sorry, ik ben te laat (Sorry, I'm late)

Ik ben het niet eens (ik ben hut neet ayns) I disagree

🗣️ Ik ben het niet eens met deze beslissing (I disagree with this decision)

Waar is de dichtstbijzijnde bank? (vaar is duh dikhst-bay-zaynduh bank?) Where is the nearest bank?

🗣️ Waar is de dichtstbijzijnde bank? Aan het einde van de straat. (Where is the nearest bank? At the end of the street.)

Alstublieft (ahl-stuu-bleeft) Please/Here you go

🗣️ Alstublieft, hier is uw koffie (Here you go, here is your coffee)

Goedenavond (khoo-duh-nah-vont) Good evening

🗣️ Goedenavond, tot ziens (Good evening, goodbye)

Ik begrijp het niet (ik buh-khraip hut neet) I don't understand

🗣️ Ik begrijp het niet, kun je het uitleggen? (I don't understand, can you explain it?)

Ik ben het eens (ik ben hut ayns) I agree

🗣️ Ik ben het eens met jouw voorstel (I agree with your proposal)

Ik heb honger (ik hehb hohn-khur) I'm hungry

🗣️ Ik heb honger, laten we iets eten (I'm hungry, let's eat something)

Ik heb dorst (ik hehb dorst) I'm thirsty

🗣️ Ik heb dorst, mag ik een glas water? (I'm thirsty, may I have a glass of water?)

Hallo (hah-loh) Hello

🗣️ Hallo, hoe gaat het? (Hello, how are you?)

Goedemorgen (khoo-duh-mor-khun) Good morning

🗣️ Goedemorgen, hoe gaat het met je? (Good morning, how are you?)

Goedendag (khoo-duhndakh) Good day

🗣️ Goedendag, wat kan ik voor u doen? (Good day, what can I do for you?)

Ik spreek geen Nederlands (ik sprayk khayn nay-duhr-lahnts) I don't speak Dutch

🗣️ Ik spreek geen Nederlands, spreek je Engels? (I don't speak Dutch, do you speak English?)

Ik weet het niet (ik wayt hut neet) I don't know

🗣️ Ik weet het niet, kun je me helpen? (I don't know, can you help me?)

Kunt u dat herhalen? (kuhnt uu daht hur-hah-lun?) Can you repeat that?

🗣️ Kunt u dat herhalen? Natuurlijk! (Can you repeat that? Of course!)

Hoeveel kost het? (hoo-vale kost hut?) How much does it cost?

🗣️ Hoeveel kost het? Het kost 10 euro. (How much does it cost? It costs 10 euros.)

Kan ik met creditcard betalen? (khan ik met kray-dit-kart buh-tah-lun?) Can I pay with credit card?

🗣️ Kan ik met creditcard betalen? Ja, dat kan. (Can I pay with credit card? Yes, you can.)

Nee (nay) No

🗣️ Nee, bedankt (No, thank you)

Hoe gaat het? (hoo gat hut?) How are you?

🗣️ Hoe gaat het? Goed, dank je. (How are you? Good, thank you.)

Mag ik u iets vragen? (makh ik uu eets frah-khun?) May I ask you something?

🗣️ Mag ik u iets vragen? Natuurlijk! (May I ask you something? Of course!)

Ik ben verloren (ik ben vur-loh-run) I am lost

🗣️ Ik ben verloren, kunt u mij helpen? (I am lost, can you help me?)

Waar is het treinstation? (vaar is hut trayn-staht-syon?) Where is the train station?

🗣️ Waar is het treinstation? Het is hier vlakbij. (Where is the train station? It's nearby here.)

Learn with glot

You didn't try learning this list of vocabulary yet.