Anthropology and Sociology in Dutch

A list of 30 common words and phrases related to Anthropology and Sociology in Dutch with translations and examples.


26 words in this list

cultuur (kull-tur) β†’ culture

πŸ—£οΈ De Nederlandse cultuur is erg divers. (The Dutch culture is very diverse.)

samenleving (sah-mun-luh-vink) β†’ society

πŸ—£οΈ In onze samenleving zijn er veel verschillende groepen mensen. (In our society, there are many different groups of people.)

antropologie (an-tro-po-lo-gie) β†’ anthropology

πŸ—£οΈ Antropologie bestudeert de mens en zijn culturen. (Anthropology studies humans and their cultures.)

cultuurrelativisme (kull-tuur-ruh-laa-tie-viz-muh) β†’ cultural relativism

πŸ—£οΈ Cultuurrelativisme is het idee dat culturen niet met elkaar vergeleken kunnen worden. (Cultural relativism is the idea that cultures cannot be compared to each other.)

identiteitspolitiek (i-den-tuh-kaitz-poh-lie-tik) β†’ identity politics

πŸ—£οΈ Identiteitspolitiek richt zich op de politieke belangen van specifieke groepen. (Identity politics focuses on the political interests of specific groups.)

status (sta-tus) β†’ status

πŸ—£οΈ Status wordt vaak bepaald door iemands beroep en inkomen. (Status is often determined by a person's profession and income.)

globalisering (gloh-baa-lie-zuh-ring) β†’ globalization

πŸ—£οΈ Globalisering heeft invloed op de cultuur van verschillende landen. (Globalization has an impact on the culture of different countries.)

diversiteit (dee-ver-suh-tait) β†’ diversity

πŸ—£οΈ Diversiteit is belangrijk voor een inclusieve samenleving. (Diversity is important for an inclusive society.)

seksualiteit (sek-su-aa-li-tait) β†’ sexuality

πŸ—£οΈ Seksualiteit is een belangrijk onderdeel van onze identiteit. (Sexuality is an important part of our identity.)

etnografie (et-no-gruh-fie) β†’ ethnography

πŸ—£οΈ De etnografie bestudeert de gewoontes en gebruiken van volkeren. (Ethnography studies the customs and practices of peoples.)

sociale wetenschappen (so-see-al-uh vut-un-schup-pun) β†’ social sciences

πŸ—£οΈ Sociale wetenschappen omvatten onder andere sociologie, antropologie en psychologie. (Social sciences include sociology, anthropology, and psychology among others.)

identiteit (i-den-tuh-kait) β†’ identity

πŸ—£οΈ Je identiteit wordt gevormd door je persoonlijkheid en omgeving. (Your identity is formed by your personality and environment.)

gender (gen-der) β†’ gender

πŸ—£οΈ Gender is een sociaal construct dat verwijst naar mannelijkheid of vrouwelijkheid. (Gender is a social construct that refers to masculinity or femininity.)

sociale stratificatie (so-see-al-uh straa-ti-fi-kah-tie) β†’ social stratification

πŸ—£οΈ Sociale stratificatie verwijst naar de hiΓ«rarchische ordening van de samenleving. (Social stratification refers to the hierarchical ordering of society.)

waarden (waa-rdun) β†’ values

πŸ—£οΈ Waarden zijn principes die belangrijk worden geacht in een samenleving. (Values are principles that are considered important in a society.)

sociale mobiliteit (so-see-al-uh mo-bie-luh-tait) β†’ social mobility

πŸ—£οΈ Sociale mobiliteit verwijst naar de mogelijkheid om van sociale klasse te veranderen. (Social mobility refers to the ability to change social class.)

sociologie (so-see-o-lo-gie) β†’ sociology

πŸ—£οΈ Sociologie bestudeert de samenleving en haar structuur. (Sociology studies society and its structure.)

inclusie (in-kloo-sie) β†’ inclusion

πŸ—£οΈ Inclusie betekent dat iedereen erbij hoort. (Inclusion means that everyone belongs.)

discriminatie (dis-krim-inaa-tie) β†’ discrimination

πŸ—£οΈ Discriminatie op basis van geslacht is verboden. (Discrimination based on gender is prohibited.)

normen (nor-mun) β†’ norms

πŸ—£οΈ Normen zijn ongeschreven regels in de samenleving. (Norms are unwritten rules in society.)

exclusie (ek-skloo-sie) β†’ exclusion

πŸ—£οΈ Exclusie kan leiden tot discriminatie en ongelijkheid. (Exclusion can lead to discrimination and inequality.)

racisme (ruh-sis-muh) β†’ racism

πŸ—£οΈ Racisme is het discrimineren van mensen op basis van hun huidskleur. (Racism is discriminating against people based on their skin color.)

ongelijkheid (on-gu-lukh-kait) β†’ inequality

πŸ—£οΈ Ongelijkheid kan leiden tot sociale spanningen. (Inequality can lead to social tensions.)

traditie (truh-die-sie) β†’ tradition

πŸ—£οΈ Traditie is het doorgeven van gewoonten en gebruiken van generatie op generatie. (Tradition is the passing down of customs and practices from generation to generation.)

klasse (klas-suh) β†’ class

πŸ—£οΈ Klasse wordt vaak bepaald door iemands inkomen en opleidingsniveau. (Class is often determined by a person's income and level of education.)

macht (mahgt) β†’ power

πŸ—£οΈ Macht kan leiden tot machtsmisbruik. (Power can lead to abuse of power.)

Learn with glot

You didn't try learning this list of vocabulary yet.