Art and Literature in Dutch

30 common words and phrases related to art and literature in Dutch with English translation and examples


32 words in this list

roman (roman) β†’ novel

πŸ—£οΈ Ik ben bezig met het lezen van een spannende roman. (I'm reading an exciting novel.)

museum (museum) β†’ museum

πŸ—£οΈ Het Rijksmuseum heeft vele beroemde kunstwerken. (The Rijksmuseum has many famous works of art.)

compositie (kompozitie) β†’ composition

πŸ—£οΈ De compositie van dit schilderij is erg goed. (The composition of this painting is very good.)

portret (portret) β†’ portrait

πŸ—£οΈ Dit portret is gemaakt door een bekende portretschilder. (This portrait was made by a well-known portrait painter.)

interpretatie (in-ter-pre-ta-sie) β†’ interpretation

πŸ—£οΈ Er zijn veel verschillende interpretaties van dit kunstwerk. (There are many different interpretations of this artwork.)

kunst (kunst) β†’ art

πŸ—£οΈ Deze galerij heeft veel moderne kunst. (This gallery has a lot of modern art.)

toneelstuk (toneelstuk) β†’ play

πŸ—£οΈ Hamlet is een bekend toneelstuk van Shakespeare. (Hamlet is a famous play by Shakespeare.)

expositie (expositie) β†’ exhibition

πŸ—£οΈ Er is een nieuwe expositie in het museum. (There is a new exhibition at the museum.)

stijl (stijl) β†’ style

πŸ—£οΈ Deze schilder gebruikt een unieke stijl. (This painter uses a unique style.)

realistisch (reealisties) β†’ realistic

πŸ—£οΈ Dit beeldhouwwerk is zeer realistisch. (This sculpture is very realistic.)

schets (sghets) β†’ sketch

πŸ—£οΈ Deze schets is een voorbeeld van het uiteindelijke schilderij. (This sketch is an example of the final painting.)

drama (draama) β†’ drama

πŸ—£οΈ Dit toneelstuk is een klassiek drama. (This play is a classic drama.)

beeld (beeld) β†’ image

πŸ—£οΈ Het beeld van deze kunstenaar is erg herkenbaar. (The image of this artist is very recognizable.)

beeldhouwkunst (beeldhouwkunst) β†’ sculpture

πŸ—£οΈ De beeldhouwkunst van Michelangelo is ongeΓ«venaard. (Michelangelo's sculpture is unparalleled.)

schrijver (schrijver) β†’ writer

πŸ—£οΈ De schrijver van dit boek heeft vele prijzen gewonnen. (The writer of this book has won many awards.)

schilderij (schilderai) β†’ painting

πŸ—£οΈ Het schilderij van de Mona Lisa is wereldberoemd. (The painting of the Mona Lisa is world-famous.)

dichter (dichter) β†’ poet

πŸ—£οΈ De dichter heeft een nieuwe bundel uitgebracht. (The poet has released a new collection.)

abstract (abstrakt) β†’ abstract

πŸ—£οΈ Dit schilderij is erg abstract. (This painting is very abstract.)

abstractie (abstraktie) β†’ abstraction

πŸ—£οΈ Deze kunstenaar houdt van abstractie in zijn werk. (This artist likes abstraction in his work.)

kritiek (krietiek) β†’ criticism

πŸ—£οΈ De kritiek op dit boek is verdeeld. (The criticism of this book is divided.)

kunstenaar (kunst-uh-naar) β†’ artist

πŸ—£οΈ Deze kunstenaar maakt prachtige beelden van steen. (This artist creates beautiful sculptures from stone.)

gedicht (gedicht) β†’ poem

πŸ—£οΈ Haar gedichten zijn erg inspirerend. (Her poems are very inspiring.)

klassiek (klasiek) β†’ classical

πŸ—£οΈ Deze componist schrijft klassieke muziek. (This composer writes classical music.)

modern (modurn) β†’ modern

πŸ—£οΈ Deze kunstenaar maakt moderne kunst. (This artist creates modern art.)

biografie (bieo-gra-fie) β†’ biography

πŸ—£οΈ Ik lees de biografie van Vincent van Gogh. (I'm reading the biography of Vincent van Gogh.)

penseel (pen-seel) β†’ brush

πŸ—£οΈ Deze schilder gebruikt een groot penseel voor zijn schilderijen. (This painter uses a large brush for his paintings.)

literatuur (literatuur) β†’ literature

πŸ—£οΈ De Nederlandse literatuur heeft vele grote schrijvers voortgebracht. (Dutch literature has produced many great writers.)

kunstenaar (kunstenaar) β†’ artist

πŸ—£οΈ De kunstenaar heeft een prachtig schilderij gemaakt. (The artist has made abeautiful painting.)

kunstwerk (kunstwerk) β†’ artwork

πŸ—£οΈ Dit kunstwerk is gemaakt door een bekende kunstenaar. (This artwork was made by a well-known artist.)

kunstgeschiedenis (kunst-guh-schiedenis) β†’ art history

πŸ—£οΈ Ik studeer kunstgeschiedenis aan de universiteit. (I'm studying art history at university.)

illustratie (il-lus-tray-sie) β†’ illustration

πŸ—£οΈ De illustratie in dit boek is erg mooi. (The illustration in this book is very beautiful.)

symboliek (sym-bo-lik) β†’ symbolism

πŸ—£οΈ De symboliek in dit schilderij is erg interessant. (The symbolism in this painting is very interesting.)

Learn with glot

You didn't try learning this list of vocabulary yet.