A list of 30 common words and phrases related to cities and landmarks in Dutch with English translations and examples.
🗣️ Het kleine dorpje ligt tussen de heuvels. (The small village is located between the hills.)
🗣️ De kerk staat in het midden van het dorp. (The church is located in the center of the village.)
🗣️ De brug over de rivier is heel oud. (The bridge over the river is very old.)
🗣️ Het Rijksmuseum heeft veel beroemde schilderijen. (The Rijksmuseum has many famous paintings.)
🗣️ Het fort werd gebruikt als verdediging tegen vijanden. (The fort was used as defense against enemies.)
🗣️ Het Vondelpark is een bekend park in Amsterdam. (The Vondelpark is a famous park in Amsterdam.)
🗣️ Het hotel heeft een zwembad en een sauna. (The hotel has a swimming pool and a sauna.)
🗣️ De toeristen maken veel foto's van de grachten. (The tourists take many photos of the canals.)
🗣️ Er zijn veel verschillende culturen in de stad. (There are many different cultures in the city.)
🗣️ Het plein is vol met mensen. (The square is full of people.)
🗣️ Het paleis is de officiële residentie van de koning. (The palace is the official residence of the king.)
🗣️ De duinen zijn erg mooi om te wandelen. (The dunes are very beautiful for walking.)
🗣️ Het strand is populair in de zomer. (The beach is popular in the summer.)
🗣️ De tram brengt je naar het centrum van de stad. (The tram takes you to the city center.)
🗣️ De haven is druk bezocht door schepen uit de hele wereld. (The harbor is busy with ships from all over the world.)
🗣️ Het marktplein is elke zaterdag vol met kraampjes. (The market square is full of stalls every Saturday.)
🗣️ De grachten van Amsterdam zijn erg bekend. (The canals of Amsterdam are very famous.)
🗣️ De markt verkoopt verse groenten enfruit. (The market sells fresh vegetables and fruit.)
🗣️ De Beemster is een bekende polder in Nederland. (The Beemster is a famous polder in the Netherlands.)
🗣️ Het grasveld is perfect voor een picknick. (The lawn is perfect for a picnic.)
🗣️ Het busstation ligt aan de rand van de stad. (The bus station is located on the outskirts of the city.)
🗣️ Het restaurant serveert heerlijk eten. (The restaurant serves delicious food.)
🗣️ Het Rijksmuseum heeft een grote collectie Nederlandse kunst. (The Rijksmuseum has a large collection of Dutch art.)
🗣️ Ik woon in de stad Amsterdam. (I live in the city of Amsterdam.)
🗣️ De kathedraal heeft prachtige glas-in-lood ramen. (The cathedral has beautiful stained-glass windows.)
🗣️ Het kasteel is gebouwd in de middeleeuwen. (The castle was built in the Middle Ages.)
🗣️ Het fietspad loopt langs de gracht. (The bicycle path runs along the canal.)
🗣️ Het treinstation is vlakbij mijn huis. (The train station is close to my house.)
🗣️ We drinken een biertje in het café. (We are having a beer in the café.)
🗣️ We maken een tochtje met de plezierboot. (We are taking a ride on the pleasure boat.)
🗣️ We nemen een taxi naar het vliegveld. (We are taking a taxi to the airport.)
🗣️ De winkel verkoopt kleding en accessoires. (The shop sells clothing and accessories.)
🗣️ De stad staat bekend om zijn kunst en cultuur. (The city is known for its art and culture.)
Learn with glot
You didn't try learning this list of vocabulary yet.
Thanks for visiting and have the bestest day! 👋
Copyrights by Borkowski Consulting Ltd 2023