Culture and Traditions in Dutch

A list of 30 common words and phrases related to Dutch culture and traditions.


35 words in this list

kaas (kaas) โ†’ cheese

๐Ÿ—ฃ๏ธ Nederland is bekend om zijn kaas. (The Netherlands is known for its cheese.)

oliebollen (oh-lee-bol-len) โ†’ Dutch doughnuts

๐Ÿ—ฃ๏ธ Oliebollen worden traditioneel gegeten tijdens oud en nieuw. (Dutch doughnuts are traditionally eaten during New Year's Eve.)

drop (drop) โ†’ liquorice

๐Ÿ—ฃ๏ธ Drop is een populaire snoep in Nederland. (Liquorice is a popular candy in the Netherlands.)

zingen (zing-en) โ†’ to sing

๐Ÿ—ฃ๏ธ We zingen vaak liedjes tijdens feestjes. (We often sing songs during parties.)

oranje (oh-ran-yuh) โ†’ orange

๐Ÿ—ฃ๏ธ Oranje is de kleur van het koningshuis en wordt veel gebruikt tijdens Koningsdag. (Orange is the color of the royal family and is used a lot during King's Day.)

fiets (feets) โ†’ bicycle

๐Ÿ—ฃ๏ธ Ik ga altijd met de fiets naar mijn werk. (I always go to work by bicycle.)

koningsdag (koh-ningz-dahg) โ†’ King's Day

๐Ÿ—ฃ๏ธ Op Koningsdag vieren we de verjaardag van de koning. (On King's Day, we celebrate the king's birthday.)

stroop (strohp) โ†’ syrup

๐Ÿ—ฃ๏ธ Stroop wordt vaak gebruikt als zoetmiddel. (Syrup is often used as a sweetener.)

lezen (lay-zen) โ†’ to read

๐Ÿ—ฃ๏ธ Ik lees graag boeken in mijn vrije tijd. (I like to read books in myfree time.)

varen (vah-ren) โ†’ to sail

๐Ÿ—ฃ๏ธ In de zomer varen we graag op het meer. (In the summer, we like to sail on the lake.)

Sinterklaas (sin-tur-klaas) โ†’ Saint Nicholas

๐Ÿ—ฃ๏ธ Met Sinterklaas krijgen kinderen cadeautjes. (Children receive gifts with Saint Nicholas.)

tulpen (tuul-pen) โ†’ tulips

๐Ÿ—ฃ๏ธ De tulpenvelden in de lente zijn prachtig om te zien. (The tulip fields in spring are beautiful to see.)

poffertjes (pof-fert-jes) โ†’ mini pancakes

๐Ÿ—ฃ๏ธ Poffertjes zijn heerlijk met poedersuiker en boter. (Mini pancakes are delicious with powdered sugar and butter.)

volkslied (vohlks-leed) โ†’ national anthem

๐Ÿ—ฃ๏ธ Het volkslied van Nederland heet 'Wilhelmus'. (The national anthem of the Netherlands is called 'Wilhelmus'.)

grachten (grahch-ten) โ†’ canals

๐Ÿ—ฃ๏ธ De grachten in Amsterdam zijn wereldberoemd. (The canals in Amsterdam are world-famous.)

molen (moh-len) โ†’ windmill

๐Ÿ—ฃ๏ธ Er staan veel molens in Nederland. (There are many windmills in the Netherlands.)

stroopwafel (stroop-wah-fell) โ†’ syrup waffle

๐Ÿ—ฃ๏ธ Een stroopwafel is een typisch Nederlandse lekkernij. (A syrup waffle is a typical Dutch treat.)

snert (snairt) โ†’ pea soup

๐Ÿ—ฃ๏ธ Snert is een typisch Nederlands gerecht voor in de winter. (Pea soup is a typical Dutch dish for the winter.)

koningin (koh-ning-in) โ†’ queen

๐Ÿ—ฃ๏ธ Koningin Mรกxima is de vrouw van koning Willem-Alexander. (Queen Mรกxima is the wife of King Willem-Alexander.)

feest (feest) โ†’ party

๐Ÿ—ฃ๏ธ We hebben gisteren een leuk feest gehad. (We had a fun party yesterday.)

erfgoed (erf-goet) โ†’ heritage

๐Ÿ—ฃ๏ธ De molens zijn onderdeel van ons cultureel erfgoed. (The windmills are part of our cultural heritage.)

gezellig (guh-zell-ig) โ†’ cozy, pleasant

๐Ÿ—ฃ๏ธ Het was heel gezellig op het terras met vrienden. (It was very cozy on the terrace with friends.)

fietspad (feets-pad) โ†’ bicycle path

๐Ÿ—ฃ๏ธ In Nederland hebben we veel fietspaden, zodat mensen veilig kunnen fietsen. (In the Netherlands, we have a lot of bicycle paths, so people can bike safely.)

klompen (klom-pen) โ†’ wooden shoes/clogs

๐Ÿ—ฃ๏ธ Vroeger droegen boeren vaak klompen op het land. (In the past, farmers often wore wooden shoes/clogs in the fields.)

klompen (klohmpen) โ†’ wooden shoes

๐Ÿ—ฃ๏ธ Vroeger droegen veel Nederlanders klompen. (In the past, many Dutch people wore wooden shoes.)

haring (hah-ring) โ†’ herring

๐Ÿ—ฃ๏ธ In Nederland eten we graag haring. (In the Netherlands, we like to eat herring.)

friet (freet) โ†’ French fries

๐Ÿ—ฃ๏ธ Friet wordt meestal gegeten met mayonaise. (French fries are usually eaten with mayonnaise.)

fietsen (feets-en) โ†’ to bike

๐Ÿ—ฃ๏ธ Ik fiets graag naar mijn werk. (I like to bike to work.)

schrijven (schray-ven) โ†’ to write

๐Ÿ—ฃ๏ธ Ik vind het leuk om verhalen te schrijven. (I enjoy writing stories.)

verjaardag (ver-yar-dahg) โ†’ birthday

๐Ÿ—ฃ๏ธ Morgen is mijn verjaardag en ik vier het thuis. (Tomorrow is my birthday and I'm celebrating it at home.)

traditie (truh-dit-sie) โ†’ tradition

๐Ÿ—ฃ๏ธ Het is een traditie om oliebollen te eten tijdens oud en nieuw. (It's a tradition to eat Dutch doughnuts during New Year's Eve.)

feestdagen (feest-dah-gen) โ†’ holidays

๐Ÿ—ฃ๏ธ Tijdens de feestdagen zijn we altijd met familie. (During the holidays, we're always with family.)

klederdracht (kle-der-dracht) โ†’ traditional costume

๐Ÿ—ฃ๏ธ In sommige delen van Nederland dragen mensen nog steeds klederdracht. (In some parts of the Netherlands, people still wear traditional costumes.)

kaas (kaas) โ†’ cheese

๐Ÿ—ฃ๏ธ Nederland staat bekend om zijn kaas, zoals Gouda en Edam. (The Netherlands is known for its cheese, such as Gouda and Edam.)

stroopwafel (stroop-waa-fel) โ†’ syrup waffle

๐Ÿ—ฃ๏ธ Een stroopwafel is een typisch Nederlands koekje met siroop ertussen. (A syrup waffle is a typical Dutch cookie with syrup in between.)

Learn with glot

You didn't try learning this list of vocabulary yet.