Dutch Phrasebook: 50 Most Useful Expressions For Beginners

List of 50 common Dutch phrases and expressions for beginners with translations and examples.


33 words in this list

Goedemorgen (khoo-duh-mor-ghun) Good morning

🗣️ Goedemorgen, ik ben blij je te zien. (Good morning, I'm happy to see you.)

Goedenavond (khoo-duh-nah-vont) Good evening

🗣️ Goedenavond, hoe was je dag? (Good evening, how was your day?)

Alsjeblieft (als-yuh-bleeft) Please/Here you are

🗣️ Alsjeblieft, hier is je drankje. (Here you are, here's your drink.)

Tot ziens (tot zeens) Goodbye

🗣️ Tot ziens, ik zie je snel weer. (Goodbye, I'll see you again soon.)

Alstublieft (ahl-stuu-bleeft) Please/Here you are

🗣️ Alstublieft, hier is uw koffie. (Here you are, here's your coffee.)

Misschien (miss-kheen) Maybe

🗣️ Misschien kom ik later. (Maybe I'll come later.)

Sorry (soh-ree) Sorry

🗣️ Sorry, dat was niet mijn bedoeling. (Sorry, that wasn't my intention.)

Ik heb honger (ik heb hon-ghur) I'm hungry

🗣️ Ik heb honger, laten we iets gaan eten. (I'm hungry, let's go eat something.)

Hoe laat is het? (hoo laht is hut) What time is it?

🗣️ Hoe laat is het nu? (What time is it now?)

Dank je wel (dunk yuh vel) Thank you

🗣️ Dank je wel voor je hulp. (Thank you for your help.)

Dank u wel (dahnk uu vel) Thank you

🗣️ Dank u wel voor uw hulp. (Thank you for your help.)

Goedendag (khoo-duh-dakh) Good day

🗣️ Goedendag, wat kan ik voor u doen? (Good day, what can I do for you?)

Ik begrijp het niet (ik buh-greyp hut neet) I don't understand

🗣️ Sorry, ik begrijp het niet. (Sorry, I don't understand.)

Mag ik u iets vragen? (mahg ik uu ihts vrah-khun?) Can I ask you something?

🗣️ Mag ik u iets vragen, alstublieft? (Can I ask you something, please?)

Waar is de wc? (var is duh vay-say?) Where is the bathroom?

🗣️ Waar is de wc, alstublieft? (Where is the bathroom, please?)

Ik ben het niet eens (ik ben hut neet ay-ns) I disagree

🗣️ Ik ben het niet eens met die beslissing. (I disagree with that decision.)

Ik weet het niet (ik wayt hut neet) I don't know

🗣️ Sorry, ik weet het niet. (Sorry, I don't know.)

Graag gedaan (khraahg guh-daan) You're welcome

🗣️ Graag gedaan, het was geen probleem. (You're welcome, it was no problem.)

Hallo (hah-loh) Hello

🗣️ Hallo, hoe gaat het? (Hello, how are you?)

Hoe gaat het? (hoo gaat hut) How are you?

🗣️ Hoe gaat het met jou? (How are you doing?)

Ik spreek geen Nederlands (ik sprayk khayn nay-duhr-lunds) I don't speak Dutch

🗣️ Sorry, ik spreek geen Nederlands. (Sorry, I don't speak Dutch.)

Ik ben moe (ik ben moo) I'm tired

🗣️ Ik ben moe, ik ga naar bed. (I'm tired, I'm going to bed.)

Dat is slecht (dat is slekht) That's bad

🗣️ Dat is slecht voor je gezondheid. (That's bad for your health.)

Ja (yah) Yes

🗣️ Ja, dat is een goed idee. (Yes, that's a good idea.)

Nee (nay) No

🗣️ Nee, ik kan niet komen. (No, I can't come.)

Ik ben verdwaald (ik ben vuhrd-vahlt) I'm lost

🗣️ Kunt u me helpen? Ik ben verdwaald. (Can you help me? I'm lost.)

Ik ben allergisch voor noten (ik ben al-lair-gish vor noh-tun) I'm allergic to nuts

🗣️ Ik ben allergisch voor noten, dus ik kan dit niet eten. (I'm allergic to nuts, so I can't eat this.)

Ik ben het eens (ik ben hut ay-ns) I agree

🗣️ Ik ben het eens met wat je zegt. (I agree with what you're saying.)

Ik ben hier op vakantie (ik ben hier op vah-kahn-tie) I'm here on vacation

🗣️ Ik ben hier op vakantie, het is hier zo mooi! (I'm here on vacation, it's so beautiful here!)

Kunt u dat herhalen? (kunt uu dat hur-hah-lun) Can you repeat that?

🗣️ Kunt u dat herhalen, alstublieft? (Can you repeat that, please?)

Ik heb dorst (ik heb dorst) I'm thirsty

🗣️ Ik heb dorst, kunt u me iets te drinken geven? (I'm thirsty, can you give me something to drink?)

Ik hou van jou (ik how van yau) I love you

🗣️ Ik hou van jou, schatje. (I love you, sweetheart.)

Dat is goed (dat is khoot) That's good

🗣️ Dat is goed nieuws! (That's good news!)

Learn with glot

You didn't try learning this list of vocabulary yet.