Nature and Environment in Dutch

A list of 30 common words and phrases related to nature and environment in Dutch with English translations and examples.


31 words in this list

milieu (mi-lieu) β†’ environment

πŸ—£οΈ We moeten ons milieu beschermen. (We need to protect our environment.)

duurzaam (dur-zaam) β†’ sustainable

πŸ—£οΈ We moeten duurzame energiebronnen gebruiken. (We need to use sustainable energy sources.)

klimaatneutraal (kli-maat-neu-traal) β†’ climate neutral

πŸ—£οΈ Ons bedrijf streeft naar klimaatneutraal zijn. (Our company strives to be climate neutral.)

biologisch (bio-lo-gisch) β†’ organic

πŸ—£οΈ Biologische landbouw is beter voor het milieu. (Organic farming is better for the environment.)

verantwoordelijkheid (ve-ran-toor-de-lijk-heid) β†’ responsibility

πŸ—£οΈ We hebben allemaal de verantwoordelijkheid om de planeet te beschermen. (We all have a responsibility to protect the planet.)

verandering (ve-ran-de-ring) β†’ change

πŸ—£οΈ We hebben verandering nodig om de planeet te redden. (We need change to save the planet.)

natuur (na-tuur) β†’ nature

πŸ—£οΈ Ik hou van wandelen in de natuur. (I love hiking in nature.)

vervuiling (ver-vui-ling) β†’ pollution

πŸ—£οΈ Vervuiling is slecht voor de gezondheid. (Pollution is bad for your health.)

energie (en-er-gie) β†’ energy

πŸ—£οΈ We moeten zuinig omgaan met energie. (We need to be careful with our energy use.)

natuurgebied (na-tuur-ge-bied) β†’ nature reserve

πŸ—£οΈ Het natuurgebied is een belangrijke habitat voor dieren. (The nature reserve is an important habitat for animals.)

broeikaseffect (broei-kaas-ef-fekt) β†’ greenhouse effect

πŸ—£οΈ Het broeikaseffect zorgt voor opwarming van de aarde. (The greenhouse effect causes global warming.)

afval (af-val) β†’ waste

πŸ—£οΈ We moeten ons afval beter scheiden. (We need to separate our waste better.)

behoud (be-houd) β†’ conservation

πŸ—£οΈ Behoud van biodiversiteit is belangrijk. (Conservation of biodiversity is important.)

duurzaamheid (dur-zaam-heid) β†’ sustainability

πŸ—£οΈ Duurzaamheid is belangrijk voor onze toekomst. (Sustainability is important for our future.)

verbruik (ver-bruik) β†’ consumption

πŸ—£οΈ We moeten ons verbruik verminderen. (We need to reduce our consumption.)

biodiversiteit (bio-di-ver-si-teit) β†’ biodiversity

πŸ—£οΈ Biodiversiteit is de variatie aan leven op aarde. (Biodiversity is the variety of life on Earth.)

groen (groen) β†’ green

πŸ—£οΈ We moeten meer groene ruimtes creΓ«ren. (We need to create more green spaces.)

duurzame ontwikkeling (dur-zaa-me ont-wik-ke-ling) β†’ sustainable development

πŸ—£οΈ Duurzame ontwikkeling is de sleutel tot een betere toekomst. (Sustainable development is the key to a better future.)

klimaatverandering (kli-maat-ver-an-de-ring) β†’ climate change

πŸ—£οΈ Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor onze planeet. (Climate change has major consequences for our planet.)

recyclen (re-cyc-len) β†’ recycle

πŸ—£οΈ We moeten meer recyclen om de planeet te redden. (We need to recycle more to save the planet.)

beschermen (be-scher-men) β†’ protect

πŸ—£οΈ We moeten de natuur beschermen. (We need to protect nature.)

windenergie (wind-en-er-gie) β†’ wind energy

πŸ—£οΈ Windenergie is een duurzame energiebron. (Wind energy is a sustainable energy source.)

recyclen (re-cy-clen) β†’ recycle

πŸ—£οΈ We moeten meer recyclen om afval te verminderen. (We need to recycle more to reduce waste.)

milieuvriendelijk (mi-lieu-vrien-de-lijk) β†’ environmentally friendly

πŸ—£οΈ We moeten milieuvriendelijke keuzes maken. (We need to make environmentally friendly choices.)

ecosysteem (ee-ko-sis-teem) β†’ ecosystem

πŸ—£οΈ Een gezond ecosysteem is essentieel voor het voortbestaan van soorten. (A healthy ecosystem is essential for the survival of species.)

hergebruik (her-ge-bruik) β†’ reuse

πŸ—£οΈ Hergebruik van materialen is duurzaam. (Reuse of materials is sustainable.)

natuurbehoud (na-tuur-be-houd) β†’ nature conservation

πŸ—£οΈ Natuurbehoud is essentieel voor het behoud van biodiversiteit. (Nature conservation is essential for the preservation of biodiversity.)

natuurlijk (na-tuur-lijk) β†’ natural

πŸ—£οΈ We moeten natuurlijke hulpbronnen beschermen. (We need to protect natural resources.)

zonnestroom (zon-ne-stroom) β†’ solar power

πŸ—£οΈ Zonnepanelen zorgen voor zonnestroom. (Solar panels provide solar power.)

besparen (be-spa-ren) β†’ save

πŸ—£οΈ We moeten energie besparen. (We need to save energy.)

milieuprobleem (mi-lieu-pro-bleem) β†’ environmental problem

πŸ—£οΈ Klimaatverandering is een groot milieuprobleem. (Climate change is a major environmental problem.)

Learn with glot

You didn't try learning this list of vocabulary yet.